De zaken zijn altijd ingewikkelder dan we oorspronkelijk dachten. In mijn ogen komt dit door onze houding ten opzichte van de natuur. Ondanks allerlei mooie praatjes wordt alles in onze maatschappij uiteindelijk teruggebracht tot een financieel-economische rekensom. De invloed op milieu, klimaat, natuur en welbevinden wordt niet meegenomen in die som. Op het moment dat we hier toch iets aan willen doen, spreken we vooral over kosten.
Hoe kunnen we dit veranderen? Ik denk dat het erop aankomt om heel anders te denken over de relatie tussen mens en natuur. We beschouwen de mens nu vooral als een schepper van een maakbare planeet. We hoeven alleen maar aan wat knopjes te draaien om de grote uitdagingen van deze tijd op te lossen, net als we deden toen zure regen en DDT een probleem vormden. Het is geen wonder dat we het binnen dat model eenzijdig over duurzaamheid hebben, terwijl het altijd een integraal vraagstuk betreft. We praten over CO2, energie of biodiversiteit als geïsoleerde thema’s die ook nog economisch rendement moeten opleveren. Deze aanpak resulteert in de praktijk in projecten die weliswaar energieneutraal zijn, maar bijvoorbeeld funest zijn voor biodiversiteit. Of het leidt tot straten die ‘klimaatproof’ zijn, maar niet leefbaar en gericht op de mens.
Laten we een simpel gedachtenexperiment doen. Wat gebeurt er als je de mens als een onderdeel beschouwt van de natuur? Dan gaat het bij ontwikkelingen plotseling in de eerste plaats niet meer over geld, maar over een meervoudig rendement waarbij zowel de mens als de natuur gebaat zijn. Hiervoor heb je een integrale benadering nodig waarbij je duurzaamheid in de volle breedte beschouwt. Zo zou je je ten doel kunnen stellen: we willen een plek maken waar de mens gelukkig kan wonen, gezond leeft, de omgeving klimaatbestendig is en de ecologie floreert. Dit doel bepaalt ook het soort groen dat je plant en de wijze waarop het groen in het project wordt verwerkt. Het groen is dan geen decoratie en kostenpost meer, maar juist een toegevoegde waarde voor de omgeving.
“Een mooi voorbeeld is het stadspark Coehoorn in de binnenstad van Arnhem, waar op initiatief van NL Greenlabel en omwonenden binnen tien dagen een park werd ontwikkeld op een terrein dat al jaren braak lag. “
Lodewijk Hoekstra
Dankzij een stevige en serieuze ambitie op het gebied van duurzaamheid en integrale aanpak worden andere stakeholders aangetrokken die graag willen participeren en financieren. Denk aan gemeenten, provincies of waterschappen die belang hebben bij een natuurrijke en klimaatbestendige omgeving. Ook is het bekend dat nabijgelegen groen de waarde van vastgoed tot zestien procent laat stijgen. Zo wordt zo’n investering ruimschoots gecompenseerd, ook al is dat op de eerste begroting nog niet zichtbaar.
Een mooi voorbeeld is het stadspark Coehoorn in de binnenstad van Arnhem, waar op initiatief van NL Greenlabel en omwonenden binnen tien dagen een park werd ontwikkeld op een terrein dat al jaren braak lag. Inmiddels plukt de omgeving de vruchten van deze guerrilla-actie die plaatsvond in de herfst van 2013. Rondom het park hebben zich ondertussen tachtig creatieve bedrijfjes gevestigd, de sociale cohesie in de buurt is versterkt en kinderen hebben in het versteende centrum van de Gelderse hoofdstad een plek om (natuurlijk) buiten te spelen. Onlangs heeft de gemeenteraad besloten om Coehoorn Centraal door te ontwikkelen tot een creatieve wijk, waardoor het burgerinitiatief politieke steun ontvangt. Zo kan op kleine schaal invulling worden gegeven aan het veilig, veerkrachtig en duurzaam maken van steden en dorpen.
Er is een portie lef en creativiteit voor nodig om dingen anders te doen en af te wijken van het standaard verdienmodel, maar ik ben ervan overtuigd dat het zich terugbetaalt. Niet alleen financieel, maar ook sociaal en ecologisch.
door: Lodewijk Hoekstra, mede-oprichter NL Greenlabel