De methodiek van NL Greenlabel wordt regelmatig gevalideerd door de Wetenschappelijke Raad van Advies (WRA). Meerdere keren per jaar komen Nederlandse wetenschappers uit verschillende disciplines bijeen om de methodiek van het NL Gebiedslabel, maar ook het duurzaamheidspaspoort voor producten & materialen en voor planten, te bespreken. Ze geven raad en advies ten aanzien van de methodiek waardoor deze actueel blijft en getoetst wordt aan wetenschappelijke inzichten. Daarbij dient het wetenschappelijk kader als referentiepunt om te zorgen dat nieuwe inzichten worden meegenomen die het integrale karakter versterken.
In tegenstelling tot andere modellen kent het NL Gebiedslabel geen zware kostbare audit en ingewikkelde rekenmodellen. Er wordt naast diverse gestandaardiseerde indicatoren ook vertrouwen gelegd in de kennis en kunde van de onafhankelijke assessor en de partij die de methodiek toepast. Zo is het model relatief laagdrempelig, flexibel inzetbaar en toegesneden op de ontwikkeling die wordt beoordeeld, of dat nu een bedrijventerrein of een woonwijk is. De ingebouwde subjectiviteit wordt ondervangen door gebruik te maken van minimaal twee assessoren en op basis van consensus bij het beoordelen.
Aanpassingen model
Verduurzaming zit continue in een stroomversnelling. Dankzij innovaties en verbeteringen komen er steeds weer nieuwe inzichten als het gaat over duurzaamheid en de wijze waarop je dit bijvoorbeeld meetbaar kunt maken. Om te zorgen dat het model actueel en relevant blijft, is het belangrijk om de wijze van beoordeling doorlopen kritisch tegen het licht te houden en de normen regelmatig aan te scherpen.
De WRA heeft als taak om zulke wijzigingen te controleren en te bevestigen. De wetenschapper die ieder op hun eigen vakgebied grote bekendheid genieten, zijn als geen ander op de hoogte van relevante en actuele ontwikkelingen die ze vervolgens ook in kunnen brengen.
Zonder akkoord van de WRA mag het model niet worden veranderd. Dat is essentieel. Immers, op die manier wordt geborgd dat het oorspronkelijke model op een wetenschappelijk verantwoorde manier wordt doorontwikkeld.
Het interdisciplinaire karakter van de groep wetenschappers zorgt ervoor dat voor elk deelaspect van de methodiek de nodige expertise beschikbaar is. Of het om ecologie (Robbert Snep), gezondheid (Jolanda Maas) of opvang van stikstof en fijnstof gaat (Bob Ursem), iedereen dekt een bepaald gebied en houdt in de gaten dat de maatstaven actueel en uitdagend blijven.
Sustainable Development Goals
In 2018 is het model voor 2019 aangescherpt. Toen is ook een belangrijke toevoeging goedgekeurd, namelijk de koppeling met de Sustainable Development Goals (SDG’s) op het niveau van subdoelen. Deze zijn door duurzaamheidsexpert Hans Kröder (learn2improve your planet) in samenwerking met het team van NL Greenlabel bepaald – in het artikel ‘Natuurinclusieve Steden met veerkrachtige Biodiversiteit‘ voor Stadswerk Magazine zijn concrete aanbevelingen geformuleerd voor het implementeren van de SDG’s volgens de methodiek van NL Gebiedslabel. Zo kan meteen in kaart worden gebracht aan welke SDG’s een ontwikkeling bijdraagt. Dit wordt steeds belangrijker naarmate ontwikkelaars, overheden, banken en bouwbedrijven meer met deze integrale meetmethodiek gaan werken.