Het event werd georganiseerd door de Neprom als Nederlandse vereniging van projectontwikkelaars. Zij kijken samen met hun leden naar de opgave om één miljoen woningen te bouwen voor 2030 op een duurzame wijze. Kunnen deze aantallen überhaupt wel gehaald worden als je kijkt naar de beschikbaarheid van ruimte en middelen in de komende jaren? Marleen Hermans, managing partner Brink Management & Advies en hoogleraar Publiek Opdrachtgeverschap aan TU Delft, presenteert de eerste resultaten van onderzoek in opdracht van NEPROM met steun van ministerie van BZK en medewerking provincies.
Gebleken is dat, zelfs als alle beschikbare ruimte in bestaand urbaan gebied tot 2030 maximaal wordt benut, de gewenste aantallen nog steeds niet worden gehaald. Via herstructurering van bestaande woongebieden, gebiedstransformatie (bedrijventerreinen, maatschappelijke terreinen), gebouwtransformatie en inbreiding (bouwterreinen, agrarische terreinen, sportterreinen) kunnen in theorie maximaal 864.000 woningen worden gerealiseerd. Hierbij is niet gekeken naar eventuele verdringingseffecten en nadelige effecten op de leefbaarheid.Hieruit blijkt dat een getal van 500.000 tot 600.000 veel realistischer is.
Diverse visies
Diverse gedeputeerden uit diverse provincies gaven hun visie als het gaat over de verstedelijkingsopgave voor de komende decennia. Duidelijk was dat provincies ieder een ander beleid hebben en niet altijd op één lijn zitten als het gaat over doelen en oplossingen. Joke Geldhof, gedeputeerde Ruimtelijke ordening en Wonen (Noord-Holland), gaf aan dat er ook in landelijk gebied ruimte genoeg is en dat 300.000 woningen makkelijk te realiseren waren. Pim van den Berg, Gedeputeerde Ruimtelijke ontwikkeling, Economie en Toerisme, Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling en Energietransitie (Utrecht), zag ook zeker kansen voor het bouwen van grote aantallen woningen, maar gaf aan dat juist ruimte en kwaliteit hierbij van groot belang zijn en dat oplossingen vooral binnenstedelijk gezocht dienen te worden.
Tijdens de verschillende sessies is er ruimschoots met de driehonderd aanwezigen gedebatteerd en deze bevindingen zullen worden meegenomen in de verdere uitwerking van het Investeringsplan voor Duurzame Verstedelijking dat 17 mei aan minister Ollongren zal worden uitgereikt. De vastgoedsector en projectontwikkelaars doen daarmee een handreiking aan de minister die eerder heeft aangegeven één miljoen woningen te willen bouwen tot 2030.
Mooi om te zien dat er steeds meer interesse is in de waarde van groen en dat men openstaat voor een nieuwe en duurzamere manier van ontwikkelen. Samen bouwen aan een duurzame groene samenleving; we zijn weer een stapje dichterbij!
Meetbare duurzaamheid en functies stapelen
Een van de andere inspirerende lezingen was van Kuiper Compagnons waarbij directeur Gijs van den Boomen liet zien hoe te komen tot integrale, duurzame stedelijke ontwikkeling en hoe landschapsarchitecten daar een rol bij kunnen spelen. Het verhaal van NL Greenlabel over het meetbaar maken van duurzaamheid sloot hierbij naadloos aan. Juist landschap, ecologie en biodiversiteit als vertrekpunt bij nieuwe en bestaande ontwikkelingen was de boodschap en een nieuwe rol van ontwikkelaars waarbij het accent niet ligt op stenen stapelen, maar op rentmeesterschap. Juist de nieuwe opgave nemen als manier om waarde te vermeerderen en functies te stapelen, in plaats van maar gewoon doorgaan op de oude manier. Deze boodschap is goed ontvangen door de aanwezigen en de link met de NOVI als onderdeel van de Omgevingswet om hier meer invulling aan te geven werd al snel gelegd.
Mooi om te zien dat er steeds meer interesse is in de waarde van groen en dat men openstaat voor een nieuwe en duurzamere manier van ontwikkelen. Samen bouwen aan een duurzame groene samenleving; we zijn weer een stapje dichterbij!